De transplantatie 6
Ik vertel haar de opdracht van Hofker en ze helpt me in de loop van de ochtend even uit bed. Eerst op de rand zitten, dan staan, op een stoel zitten en na een klein poosje weer terug in bed. Wat kan zoiets simpels een inspanning zijn! Ik voel nu ook wel waar de wond zit en de andere "werksneetjes".
Er komt iemand van chirurgie langs, die vindt dat het erg goed gaat en roept dat ik misschien maandag wel naar huis kan. Meent die man dat nou? Als je het mij vraagt loopt hij wat te hard van stapel!Catrien komt kijken hoe het gaat en vertelt dat het met Jan goed gaat. Ik hoor dat hij verdorie gisteravond al lag te zappen! Dan was hij sneller bij de pinken dan ik, maar hij had ook een kortere narcose. Hij was rond kwart voor vier op de uitslaapkamer en om zeven uur op zijn eigen kamer. Omdat de donornier betrekkelijk eenvoudig rechtsonderin de buik wordt geplaatst en wordt aangesloten op bloedvat en blaas duurt de operatie voor de ontvanger meestal korter dan voor de donor. Hij mag nog niet eten, heeft ook infuus en twee catheters. Hij heeft een flinke wond rechtsonderin.
We kunnen nog niet naar elkaar toe, maar wel bellen. Jan wordt de eerste keer prompt emotioneel en we hangen op, we spreken elkaar nog wel.
Renze komt ook op bezoek en zegt dat mijn gezicht al niet meer zo opgezet is als gisteren.
Tegen 13.00 uur moet ik plassen en ik schuifel met de infuuspaal als "rollator" naar het toilet.
Als het gelukt is ben ik dubbel blij: ik kan weer zelf plassen en hoef niet in bed op de po! Een stap in de goede richting, zoals er nog vele zullen volgen.
Lees verder
|