Buikpijn 5
Op een avond belt Jan, er is iets op de televisie over een familie-donatie. We gaan snel kijken, maar helaas is de operatie al achter de rug. Een vader heeft een nier aan zijn zoon gegeven. Als ik zoiets zie, vind ik het prachtig, maar kan me haast niet voorstellen dat ik het zelf ook heb gedaan en nog maar zo kort geleden. Ik ervaar wederom dat het heel anders is om zelf iets dergelijks te doen dan om er naar te kijken. Misschien maar goed ook?? Anders zou je misschien overmand worden door de emoties en dat is ook weer niet goed. Toch eens met Regien over hebben. Ik ga proberen een opname te krijgen van een familie-transplantatie om eens rustig te bekijken en te constateren wat er hetzelfde en wat er verschillend is.
Misschien wel goed voor de verwerking.
Op 29 april valt de Donorkrant in de brievenbus. Ik vind dat natuurlijk interessant om te lezen, maar word er ook een beetje fanatiek van. Waarom is het zo moeilijk om na je dood je organen te laten gebruiken om anderen een nieuw leven te geven? Waar zijn al die mensen bang voor? Het schijnt dat mensen over dat soort zaken liever niet willen nadenken.
Terecht wordt opgemerkt dat ze dan hun nabestaanden met een moeilijke beslissing opzadelen en dat er daardoor veel organen verloren gaan en mensen ziek blijven of zelfs overlijden.
Ik lees ook dat zo'n 90% van de Nederlanders zonodig wel een donororgaan wil ontvangen. Lekker hypocriet dat dan maar 20% van de volwassenen zich als orgaandonor heeft laten registreren! Ik hoop van harte dat de mensen de moeite nemen de krant te lezen dat het hun aan het denken zet. Er moet iets veranderen aan een wachtlijst van 1172 personen voor een donornier.
Lees verder
|