De transplantatie 1
En dan wordt het donderdag 26 februari en melden Jan en ik ons samen met Catrien en Renze bij opname in het AZG, na een lekkere kop koffie met gebak in de hal. Het kan nu nog!
In de hal ontmoeten we (toevallig?) een collega van Renze die 8 jaar geleden een postmortale donornier heeft gekregen. Een emotioneel weerzien, met hem gaat het uitstekend en hij wenst ons alle succes.
Natuurlijk worden er weer buisjes bloed afgenomen en hebben we, afzonderlijk van elkaar, enkele onderzoeken. De gesprekken met de chirurg en de zuid-afrikaanse anaesthesiste (met het leuke taaltje) voeren we gezamenlijk. Wel zo gezellig en gemakkelijk, we willen er toch alles van weten.
De chirurg drukt me op het hart dat ik de dag na de operatie even uit bed moet. Dat is beter voor het lichaam en voor het herstel. Hij is erg geinteresseerd in hoe we het traject hiernaartoe gelopen en ervaren hebben. Zij als artsen willen eigenlijk de familie-transplantaties meer propageren, maar weten nog niet wat de beste manier is. Als de nierpatient het meestal niet zelf aan zijn naaste familie vraagt, dan moet misschien de arts hen een informatieve brief sturen. Wij vinden dat niet zo'n gek idee. We zullen hier ook eens over nadenken.
Jan krijgt een eenpersoonskamer op D4 en ik een bed op een vierpersoonskamer op D3, een verdieping lager. Het is een ruime, lichte hoekkamer, bewoond door twee dames en twee heren, inclusief mijzelf.
Ik besef dat zij ziek zijn en ik niet.
Eigenlijk hoor ik thuis op C(hirurgie)3, maar daar is momenteel geen bed beschikbaar.
Lees verder
|