DEN HAAG (GPD) - Een nieuw protocol om hersendood vast te stellen kan zo'n twintig extra orgaandonoren per jaar opleveren.
Dat zegt de Gezondheidsraad, die minister van Volksgezondheid Hans Hoogervorst gisteren adviseerde de richtlijn aan te passen. De extra donoren komen uit de groep patiënten met zulk ernstig hersenletsel, bijvoorbeeld door een ongeluk, dat zij geen overlevingskansen meer hebben. Zij worden met medicijnen in leven gehouden, maar die remmen de hersenactiviteit sterk. Dat kan z6 ver gaan dat het soms niet eens mogelijk is om te zien of de hersenen nog functioneren. Omdat artsen oak niet onomstotelijk kunnen vaststellen dat de hersenen dood zijn, kunnen de patiënten nu niet als donor worden gebruikt. Hersendood is een cruciaal begrip bij orgaandonatie. Voor nabestaanden lijkt de patiënt in dat stadium nog te leven. Hij voelt warm aan, wordt beademd, het hart klopt en het bloed stroomt dus nog door het lichaam. Behalve door de hersenen. Omdat die in zo'n stadium nooit meer tot leven zullen komen, mogen de organen worden verwijderd zodra deze persoon hersendood is verklaard.
Met het nieuwe protocol kunnen artsen ook de hersendood vaststellen bij orgaandonoren met zwaar hersenletsel. Met röntgenscans wordt snel en feilloos aangetoond of er nog bloed door de hersenen stroomt.
Blijkt dat langer dan een half uur niet zo te zijn, dan mag de arts de patiënt hersendood verklaren. Vervolgens kunnen de donororganen uit het lichaam worden gehaald.
Bij patiënten zonder hersenletsel is het oude protocol nog voldoende om hersendood vast te stellen. Dat bestaat uit een aantal tests.
De Gezondheidsraad verwacht dat de nieuwe richtlijn na de zomer in de praktijk wordt ingevoerd.
Bron: Twentsche Courant Tubantia, 11 april 2006.
Lees het nieuwe (pdf-)protocol van de Gezondheidsraad.
